21 december 2020

Verhuurder boerderij klem door sporen drugs in mest

Al enige maanden ben ik de advocaat van de verhuurder van een boerderij, waar binnen twee weken, nadat de huurder zijn intrek had genomen, een inval van de politie plaatsvond. Hoewel de verhuurder niets meer merkt van de strafprocedure tegen de huurder, heeft hij problemen met de gemeente en het waterschap. Er zijn vijf rapporten over de kwaliteit van de mest gemaakt, in opdracht van de overheid. De conclusies over wat er in de mest zit zijn naar mate de tijd verstrijkt steeds anders. Op grond van het laatste rapport er er niets tot weinig aan de hand. Ik heb uitgezocht dat er bij de meeste laboratoria weinig ervaring is met onderzoek naar drugs gerelateerde stoffen in mest. Wel met onderzoek naar deze stoffen in water. Op 17 december 2020 vond de zitting bij de Raad van State plaats. Er is natuurlijk gediscussieerd over de kwaliteit van de mest. Maar ook over de vraag of de verhuurder verantwoordelijk is, wanneer de mest als afval tegen hoge kosten zou moeten worden afgevoerd.

Voor het niet verantwoordelijk zijn van de verhuurder is volgens mij van belang dat sprake is van een goed huurcontract op papier, dat de huurder een logisch verhaal had waarom hij de boederij wilde huren, dat hij zich heeft geïdentificeerd, dat de huurder per bank de huur betaalde en dat hij maar kort op de boerderij heeft verbleven. De uitspraak wordt voor half januari 2021 verwacht. De Leeuwarder Courant publiceerde op 19 december 2020 over de zitting. 

Reacties

Meer weten? Neem vrijblijvend contact op.

Naar contactformulier